Woningaanpassing en hulpmiddelen

Woningaanpassing

Soms zijn aanpassingen in- of rond huis nodig, bijvoorbeeld door ziekte, beperkingen of ouderdom. Aanpassingen als een douchestoel, toiletverhoger of douchebeugels zijn hulpmiddelen. Hulpmiddelen kunt u zelf lenen, huren of aanschaffen. Grotere langdurige aanpassingen vallen onder de Wmo, dat zijn woonvoorzieningen. Er zijn veel vormen van woonvoorzieningen, een paar voorbeelden: drempels verwijderen of het aanrecht verlagen, vergoeding voor onderhoud of reparatie van een traplift, vergoeding voor vervanging vloerbedekking wegens allergieƫn of problemen met luchtwegen, en vergoeding voor verhuiskosten als verhuizen noodzakelijk is. Ook zijn er allerlei elektronische aanpassingen: elektrische deuropeners, een lichtflitsbel, intercom, automatische verlichting of automatische draaideuren. Bijvoorbeeld voor een zware garagedeur. Apparatuur die het wonen makkelijker maakt, heet ook wel domotica of huisautomatisering. Het aanvragen van woonvoorzieningen verloopt via Loket Z. U kunt ook een ergotherapeut inschakelen. De ergotherapeut bekijkt uw woonsituatie en bepaalt de mogelijke knelpunten. Hij of zij adviseert u welke aanpassingen en hulpmiddelen nodig zijn. Dit rapport kunt u gebruiken wanneer u woonaanpassingen gaat regelen. Daarna zal de Wmo-consulent uw situatie uitvoerig met u bespreken, nagaan wat er mogelijk is en of u voldoet aan de voorwaarden.

Hulpmiddelen

Er zijn tal van hulpmiddelen die kunnen helpen in het dagelijks leven. Sommige moet u zelf betalen. Andere vallen onder de Zorgverzekeringswet (ZVW), daarvoor neemt u contact op met uw zorgverzekeraar. Heeft u een hulpmiddel langer nodig dan 6 maanden, dan is een vergoeding via de Wmo soms mogelijk. Hulpmiddelen voor tijdelijk gebruik vallen niet onder de Wmo en worden niet vergoed door de gemeente. Tijdelijk wil zeggen: korter dan 6 maanden. U kunt tijdelijke hulpmiddelen vaak lenen. Hulpmiddelen lenen is meestal gratis met betaling van borg.

Vervoersmiddelen

Sommige mensen kunnen zich door een ziekte of beperking niet goed verplaatsen. Een rolstoel of scootmobiel kan een oplossing zijn. Als u een rolstoel of scootmobiel langer dan 6 maanden nodig heeft, valt het gebruik misschien onder de Wmo. U komt bij de gemeente in aanmerking voor een rolstoel of scootmobiel als u moeite heeft met het verplaatsen in en om het huis, of met het verplaatsen buitenshuis. Voor de aanvraag kunt u contact opnemen met Loket Z. Daarna zal de Wmo-consulent contact met u opnemen, uw situatie met u bespreken en bekijken wat een goede oplossing is.

Misschien kunt u nog blijven fietsen met wat aanpassingen aan uw gewone fiets. Bijvoorbeeld met een zadellift of steunwielen. Maar het kan ook zijn dat u een speciale aangepaste fiets nodig heeft. U kunt hierbij denken aan een driewielfiets, vierwielfiets, rolstoelfiets of handbike. In sommige gevallen is een vergoeding door de gemeente mogelijk, via de Wmo. De gemeente kijkt waarvoor u de fiets nodig heeft en wat uw gezondheidsproblemen zijn. Wat betreft autoaanpassingen en gehandicaptenauto's is er eveneens van alles mogelijk. U kunt denken aan een auto waarbij u met uw handen remt en gas geeft. Of een (bijrijder)stoel die kan draaien en naar buiten kan schuiven, zodat u gemakkelijk vanuit uw rolstoel in en uit de auto kunt komen. Voor autoaanpassingen kunt u misschien eveneens een vergoeding krijgen van de gemeente. Voor meer informatie over aangepast fietsen en autorijden kunt u contact opnemen met Loket Z.